In september 1866 verhuist de dertienjarige Vincent van Zevenbergen naar Tilburg om daar zijn scholing voort te zetten aan de Rijks-HBS. Tilburg is dan nog geen volgebouwde stad, maar een aaneenschakeling van buurtschappen, zogenaamde herdgangen. Daartussen liggen gronden waar herders hun schapen laten grazen. De belangrijkste nijverheid is de wolindustrie. Ruim een kwart van de bevolking is hierin werkzaam. In het centrum van een herdgang ligt een waterplaats waar schapen kunnen drinken en wol wordt gespoeld. Een van die plaatsen is de Korvel, waar Vincent een kosthuis vindt bij de familie Hannik.
De Hanniks zijn van Nederlands Hervormde huize. Ze wonen op Korvel 57, het huidige Sint Annaplein 18-19. Het oorspronkelijke huis is rond 1920 afgebroken. In de gevel van het huidige pand is in 1972 een bronzen plaquette aangebracht van beeldhouwer Niel Steenbergen met daarop een afbeelding naar een zelfportret van Vincent van Gogh.