Uit de productieve zomer van 1874, wanneer Vincent enkele weken in Helvoirt logeert, zijn twee tekeningen bewaard gebleven. Beide werken zijn gezichten op het dorp, waarin de Protestantse kerk een prominente rol speelt.
Sinds 1871 is zijn vader dominee van de kerk, die schuin tegenover het woonhuis ligt.
De fraaie kerk die Theodorus onder zijn hoede krijgt, heeft een imposante toren en vormt een blikvanger in de omgeving. De gotische kruiskerk, met een vijftiende-eeuwse Romaanse basis, wordt ook oude Nicolaaskerk genoemd. Wanneer de dominee in zijn functie aantreedt, verkeert de kerk echter in barre staat. Nog datzelfde jaar wordt subsidie voor onderhoud aangevraagd, waarna in 1872 restauratie plaatsvindt. Om de restauratie mogelijk te maken, wordt besloten het eikenhouten koorhek van rond het jaar 1500 te verkopen; na de Reformatie heeft het zijn functie verloren. In 1872 wordt ook een nieuwe bijbel op de preekstoel in gebruik genomen. De Statenbijbel uit 1704 is een geschenk van oom Cor aan zijn broer Theodorus en ligt er vandaag de dag nog steeds.
Het interieur van de kerk kent veel authentieke elementen, zoals de zeventiende-eeuwse kansel waarop dominee Van Gogh zijn gemeente toespreekt. De bijbehorende koperen lessenaar en doopbekkenhouder stammen uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Het huidige orgel stond er in Theodorus’ tijd ook en is bij het onderhoud van 1872 aangepast. In de jaren zestig van de vorige eeuw is de kerk grondig gerestaureerd.