In Nuenen staan in de tweede helft van de negentiende eeuw vijf textielfabrieken, waaronder de linnenfabriek van Jacobus Lodewijk (Louis) Begemann (1838-1906) aan de huidige Berg 65. Louis is een oudere broer van Vincents geliefde en buurvrouw Margot Begemann. Wanneer het slecht gaat met Margot, spreekt Vincent hem in vertrouwen en uit zijn zorgen: ‘Louis Begemann – die had ook zijn bezwaren maar was zóó en bleef zóó dat en zij en ik met hem konden praten, en dat het nog niet veel erger afliep is juist doordat hij humaan en bedaard was en toen dat met haar gebeurde, waar ik alleen van wist, kon hij helpen en al de anderen hinderden slechts. En in de maatregelen toen te nemen zijn we ’t volkomen eens geweest. Drie dagen te voren trouwens had ik hem al gewaarschuwd en gezegd, ik ben bezorgd over je zuster’.
Wanneer Margot uit wanhoop vergif inneemt, gaat Vincent naar Louis voor hulp. Margot vertrekt naar een dokter in Utrecht en ze houden de kwestie stil onder het mom dat ‘ze op reis is voor de zaak’. Margot is namelijk partner in Louis’ onderneming. Nadat de zaak eerder failliet ging, heeft Margot haar eigen geld erin gestopt. Half september 1884 bezoekt Vincent Margot in Utrecht ‘met eenige anderen hier uit het Dorp’; vermoedelijk is dit Louis, die op de hoogte was van de situatie.
Louis’ vader dominee Willem Lodewijk Begemann richt rond 1845 een linnenfabriek op om werkgelegenheid voor protestanten te creëren. In 1864 start Louis een onderneming met zakenpartner Jacob Tirion om katoenen weefgoederen te produceren. In 1870 gaat Louis alleen verder en laat het volgende jaar een woonhuis en fabriek aan de Berg bouwen. De zaak gaat in 1879 failliet, maar maakt een doorstart. De fabriek sluit na zijn overlijden in 1906. Het verhaal dat na Vincents vertrek uit Nuenen zijn achtergebleven spullen en studies op de zolder van deze fabriek worden opgeslagen, is niet op feiten berust.
Vincents jongste broer Cor van Gogh (1867-1900) komt in Nuenen in contact met een zoon van Louis, Willem Begemann. De jongens zijn even oud en gaan naar de Rijks-hbs in Helmond. Na zijn eindexamen in juli 1884 wordt besloten dat Cor gaat werken. Door het contact met de familie Begemann gaat hij als onbetaald vakleerling aan de slag in de machinefabriek van Egbert Haverkamp Begemann in Helmond.
