Op aanraden van dominee Van Gogh koopt de Nederlands Hervormde Gemeente in 1863 een oud huisje aan, naast de protestantse kerk. Vincents vader wil het in gebruik nemen als kosterswoning. Hij zamelt binnen de protestantse gemeenschap geld in om het pandje te laten opknappen. De families Van der Hoeven en Van de Wall doneren ruimhartig. Zelf draagt Theodorus de som bij van tien gulden, wat destijds een flink bedrag is. Zodoende wordt het huisje verbouwd tot kosterswoning.
De jonge Vincent maakt dit van nabij mee. Hij komt er geregeld op bezoek bij de koster. Jaren later keert hij er nog eens terug nadat hij verneemt dat de schoonvader van de koster, de ouderling Jan Aertsen, op sterven ligt. Hij aarzelt dan geen moment en haast zich naar Zundert: ‘Zaterdagavond vertrok ik met de laatste trein uit Dordrecht naar Oudenbosch en wandelde vandaar naar Zundert. Daar in de hei was het zo mooi, al was het donker, kon men toch onderscheiden hoe die heivlakte en mastbossen en moerassen zich heinde en ver uitstrekten. Het deed me denken aan die plaat van Bodmer, die op Pa’s studeerkamer hangt. De lucht was grauw, maar de avondster scheen tussen de wolken door en nu en dan zag men ook andere sterren. Het was nog zeer vroeg toen ik te Zundert op het kerkhof kwam, waar het zo stil was. Ik ging nog eens zien naar al de oude plekken en paadjes en wachtte het opgaan van de zon af. Gij kent het verhaal van de Opstanding, alles herinnerde mij daar deze morgen aan op dat stille kerkhof.’
Als hij ’s ochtends bij de kosterswoning aanklopt, hoort hij van diens zoon dat Aertsen al is overleden. Hij ligt opgebaard in de welstandsboerderij op Tiggelt in Rijsbergen. Vincent wandelt daarheen. Hij beschrijft de aanblik van de overledene: ‘Het zal mij onvergetelijk zijn, dat edele hoofd dat daar lag op het kussen en waarin men bij de teekenen van het lijden eene uitdrukking van vrede en iets heiligs zag. O, het was zoo schoon, ik zou zeggen het sprak van al het eigenaardige dat dit land heeft en het leven van dit Brabantsche volk.’
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw verkeert de oude kosterswoning opnieuw in slechte staat en dreigt gesloopt te worden. Dankzij inspanningen van de lokale gemeenschap wordt het gered en volledig gerestaureerd. Ernaast wordt een modern atelier gebouwd. Sinds 2011 is deze plek in gebruik is als gastatelier voor kunstenaars die hier verblijven en werken in de geest van Van Gogh.