De Opwettense watermolen ligt net als de Collse molen aan de Kleine Dommel, maar meer stroomopwaarts in het buurtschap Opwetten nabij Nuenen. Ook op deze plek stond al eeuwenlang een watermolen. In de elfde eeuw zou het eigendom van de Benedictijner abdij van St. Truiden in België zijn en sindsdien kent het een roerige geschiedenis. Na een brand in 1765 wordt de molen vrijwel geheel herbouwd. Het hoge gebouw is de korenmolen. Met een diameter dan 9,3 meter heeft de molen het grootste waterrad van Nederland. Ook wordt het gebruikt als houtzaagmolen. Het lagere deel doet dienst als oliemolen. Later werd het ook gebruikt als volmolen: om stof te verstevigen. Het achterste deel is ook een periode in gebruik als leerlooierij.
In Vincents tijd heet het Jansmolen, naar de eerdere eigenaar Johannes Sengers. Piet van Hoorn, de zoon van de molenaar op dat moment, heeft verklaard Vincent nog te hebben zien schilderen. Als kind zoekt Van Hoorn voor de kunstenaar ook vogelnestjes om na te schilderen, waar hij dan twee dubbeltjes voor krijgt. Vincent legt de watermolen inderdaad vast op het doek, al dateert het vermoedelijk uit het voorjaar van 1885.
De Opwettense watermolen ligt ook aan de fiets- en wandelroute ‘Op pad met Vincent’, waar je via achttien informatiezuilen alles leert over Van Goghs tijd in deze Brabantse parel.
Het Klothuys van de watermolen verkoopt lokale lekkernijen, en ook Van Gogh wandel- en fietsroutes.
Actuele informatie kun je vinden op de website van het restaurant dat in deze watermolen gevestigd is: de Watermolen van Opwetten.